include("include/functions.php") ?> $strPage ="kameel"; ?>
In een groep leer je rekening te houden met anderen, op z'n minst schept het voorwaarden om kinderen te leren rekening met elkaar te houden. Activiteiten met de doelstelling de ontwikkeling te stimuleren, bieden we dan ook groepsgewijs aan. Om optimaal gebruik te maken van het leren van elkaar, hebben we geen groepsindeling naar niveau of mate van gehandicapt zijn. De groepen zijn heterogeen van samenstelling.
Binnen de Kameel wordt dagbesteding geboden aan kinderen met een verstandelijke of meervoudige beperking.
De volgende groepen zijn er gevestigd:
Op maandag - woensdag en vrijdag ochtend van 9.30 uur tot 12.30 uur. Leeftijd van de kinderen is van 2 maanden tot 3 jaar. De grootte van de groep varieërt, afhankelijk van de vraag. Het bezoeken van de crèche betekent niet dat er vanzelfsprekend een plaatsing in een reguliere groep op moet volgen. De kinderen stromen door naar het speciaal- en soms regulier onderwijs en inderdaad ook naar de groepen binnen de Kameel.
Er zijn vier groepen met kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 8 à 9 jaar (dit zijn streefleeftijden). Nadruk van de begeleiding ligt op het stimuleren van de totale ontwikkeling. Deze groepen hebben een grootte van gemiddeld 9 kinderen. De begeleiding wordt door twee begeleiders verzorgd.
Dit is een groep met kinderen uit de vier jongere groepen waarvan verwacht wordt dat ze op termijn aan het speciaal onderwijs zullen kunnen deelnemen. De onderwijs groep werkt vijf ochtenden per week. Deze groep wordt dagelijks begeleid door een groepsleider van de Kameel en een onderwijskracht vanuit het speciaal onderwijs. Deze groep is een samenwerking tussen de Kameel en de zmlk- (zeer moeilijk lerende kinderen) scholen uit Zwolle (de Twijn) en Raalte (de Zonnehof).
Twee bezoekers die in de keuken van de Kameel werken en helpen bij de verschillende werkzaamheden binnen en buiten de keuken. Ze worden begeleid door één medewerker. Deze groep behoort tot het cluster jongeren en volwassenen, maar is gevestigd binnen ODDC de Kameel (cluster kinderen).
De nadruk bij de crèchegroep ligt op opvang en een prettige invulling van de ochtend en het ontlasten van ouders in hun zorg rond hun kind. Bezig zijn met kinderen, is bezig zijn met stimulering en opvoeding. In de crèchegroep is dat niet anders, alleen de nadruk ligt hier niet op. Er worden kinderactiviteiten gedaan zoals op een normale crèche ook gebeurt. Er wordt gespeeld en er is veel aandacht voor lichamelijk contact. Faciliteiten binnen de Kameel als het zwembad, de snoezelruimte en het luchtkussen worden gebruikt.
In deze groepen wordt gewerkt aan de totale ontwikkeling. Het materiaal dat binnen de Kameel gebruikt wordt is te vergelijken met het materiaal en het aanbod binnen groep 1 van het onderwijs. Het verschil is dat het materiaal binnen de Kameel meer is aangepast op ook de motorische/visuele en auditieve beperkingen van onze kinderen. Een ander verschil is dat het zelfstandig werken en de concentratie bij onze kinderen niet te vergelijken is met de mogelijkheden van kinderen van groep 1 binnen het regulier en ook speciaal onderwijs.
Door het aanbieden van het geijkte materiaal en door dit te begeleiden stimuleren we o.a.:
Er wordt gewerkt volgens een vast dag- en weekprogramma. Binnen dit programma wordt afwisseling geboden tussen activiteiten die inspanning vragen en activiteiten die ontspanning bieden. Te denken valt aan activiteiten als; werken met ontwikkelingsmateriaal, werken met constructiemateriaal, bewegingsagogie, groepslogopedie, spelbegeleiding, handvaardigheid, zwemmen, paardrijden, etc.
Doelen:
A. krijgt aan zijn vaste plaats aan tafel een inlegpuzzel aangeboden. Het is een inlegpuzzel die hij vaker heeft gemaakt, hij leert door oefening en veel herhaling. Hij moet de stukjes er één voor één uit halen en in een bakje doen. De eerste twee stukjes worden er samen met hem uitgehaald, hierna weet hij weer wat de bedoeling is en kan de resterende stukjes zelf in het bakje doen.
Hij moet ze in een bakje doen omdat hij, als ze los op tafel liggen het overzicht verliest. Hij heeft bij het terug leggen van de stukjes de neiging meerdere stukjes tegelijk te pakken, hem wordt geleerd de stukjes één voor één te pakken. Hij heeft af en toe moeite met het inpassen van een stukje, is te gehaast en kijkt niet goed, daarnaast beperkt zijn motorische beperking hem. Hij wordt dan verbaal begeleid en krijgt soms enige hulp bij het plaatsen van een moeilijk stukje. Als het bakje leeg is, is dit een duidelijk teken van het einde van de opdracht. We benadrukken dit door te vragen; "A. ben je klaar?" De bedoeling van het nadrukkelijk verwoorden is dat hij de betekenis van het woord "klaar" gaat begrijpen en zelf in staat zal zijn dit aan te geven. Hij wordt na klaar te zijn met de opdracht nadrukkelijk geprezen.
Hij glundert dan van oor tot oor en is klaar voor de volgende opdracht.
In deze groep krijgen de kinderen activiteiten aangeboden die ze voorbereiden op de eisen die er in het onderwijs aan de leerlingen worden gesteld. Er is aandacht voor het zelfstandig en in groepsverband werken. Ze worden voorbereid op het werken met materialen die binnen het onderwijs gebruikt worden. Een start wordt gemaakt met het voorbereidend lezen/schrijven en rekenen. De nadruk van het programma ligt op het ontwikkelen van taakbesef, taakgerichtheid, probleemoplossend handelen en de sociaal/emotionele ontwikkeling.
Het werken in hoeken, zoals:
De eerste uren van de ochtend wordt er gewerkt aan schoolse vaardigheden en leervoorwaarden vanuit individueel omschreven leerdoelen. Aan het eind van de ochtend wordt aan de kinderen de mogelijkheid geboden te spelen in één van de hoeken.
Doelen: